Prinsjesdag Totaaloverzicht 2025
CS Opleidingen heeft alle maatregelen voor je samengevat in het Prinsjesdag Totaaloverzicht én doorvertaald naar de praktijk.

Het kabinet streeft ernaar om per 1 juli 2026 de compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (Compensatieregeling LAO) te beperken tot kleine werkgevers.
In 2026 moet elke arbeidsmarktregio een Werkcentrum hebben waar werkzoekenden, werkenden en werkgevers terechtkunnen voor vragen over werk, scholing en personeelsbeleid. Dit maakt overstappen van baan makkelijker en versterkt de samenwerking tussen publieke en private partijen.
De banenafspraak heeft als doel om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen, maar het aantal gerealiseerde banen blijft achter bij de doelstelling. Veel werkgevers vinden de regels en financiële instrumenten complex of zijn niet goed bekend met de mogelijkheden. Het kabinet gaat de komende jaren aan de slag om de banenafspraak te verbeteren, en bovenstaande knelpunten zoveel mogelijk op te lossen.
De volgende ontwikkelingen spelen binnen de WIA:
Deze maatregel is van kracht geworden op 1 september 2025. Personen van 60 jaar en ouder krijgen een vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling, met minder inzet van de verzekeringsarts en meer inzet van de arbeidsdeskundige. Dit moet leiden tot 10.000 extra beoordelingen per jaar door het UWV.
Het tijdelijke kwijtscheldingsbeleid wordt structureel gemaakt. Voorschotten worden niet teruggevorderd als blijkt dat er geen recht is op een WIA-uitkering, mits verrekening met andere uitkeringen niet mogelijk is.
Er ligt een wetsvoorstel om het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer wordt leidend te maken bij de RIV-toets door UWV. Dit voorkomt loonsancties door medisch verschil van inzicht en biedt werkgevers meer zekerheid. Door de oplopende achterstanden bij het sociaal medisch beoordelen gaat het wetsvoorstel RIV-toets (re-integratieverslagtoets) vanaf de ingangsdatum 1 januari 2028 gelden voor alle ziekmeldingen in plaats van alleen voor personen die vanaf dan hun eerste ziektedag hebben. Het wetsvoorstel gaat nog steeds in op 1 januari 2028, maar heeft daarmee 2 jaar eerder effect.
Momenteel is het een tijdelijke maatregel die vanaf 2027 structureel wordt ingevoerd. Bij gedeeltelijk werkenden wordt alleen gekeken naar het feitelijk verdiende loon naast de uitkering. Dit versnelt de beoordeling en verhoogt de uitvoerbaarheid voor UWV.
De volgende ontwikkelingen spelen binnen de WW:
In de Voorjaarsnota 2025 is besloten om de maximale duur van de WW- en loongerelateerde WGA-uitkering te verkorten van 24 naar 18 maanden.
De oorspronkelijke invoeringsdatum van 1 januari 2027 blijkt niet haalbaar voor UWV, waardoor de maatregel met een jaar wordt uitgesteld.
Met deze tijdelijke buitenwettelijke maatregel wordt het eenvoudiger voor WW-gerechtigden om hun uitkering op eigen verzoek te laten stopzetten door UWV.
UWV beoordeelt daarbij tijdelijk niet of aan de normale voorwaarden voor beëindiging is voldaan.
Vanaf medio 2025 start UWV met een intensieve aanpak van de re-integratie voor mensen met een Ziektewet-uitkering. Deze aanpak duurt twee jaar. Hiervoor is € 27 miljoen beschikbaar.
De maatregel bestaat uit drie pilots:
- Instroom en verzuim beperken vanuit de WW
UWV ontwikkelt een landelijke werkwijze om te voorkomen dat mensen vanuit de WW in de Ziektewet komen. - Programma ‘Succesvol naar werk’
Dit programma richt zich op sollicitatievaardigheden en het inzetten van het eigen netwerk. Ongeveer 3.000 cliënten doen hieraan mee. - Jobhunting
UWV helpt ongeveer 3.000 cliënten actief bij het zoeken naar werk.
UWV monitort en evalueert de pilots. Het doel is om de re-integratie structureel te verbeteren.
Het kabinet neemt maatregelen om kleine en middelgrote werkgevers meer ruimte te geven bij langdurige ziekte en de inzet van personeel.
Werkgevers krijgen sneller duidelijkheid over het vervangen van langdurig zieke werknemers. Dit geeft hen meer flexibiliteit en voorkomt lange onzekerheid.
Het wetsvoorstel dat regelt dat werkgevers in het tweede ziektejaar standaard inzetten op re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor), is uitgesteld tot 1 januari 2030.
De reden voor dit uitstel is de oplopende achterstand bij sociaal-medische beoordelingen. Ook heeft UWV extra capaciteit nodig om deze maatregel uit te voeren.
Vanaf 1 januari 2025 geldt een lager WW-tarief voor overwerk door werknemers met een vast contract van gemiddeld meer dan 30 uur per week. Dit maakt het aantrekkelijker om vaste contracten aan te bieden én flexibel te gebruiken.
Er komt een wetsvoorstel dat helpt bij personeelsbehoud tijdens een crisis. Werkgevers kunnen dan werknemers tijdelijk herplaatsen of minder laten werken met loonsubsidie.
Het kabinet wil verschillende maatregelen nemen om de arbeidsmarkt eerlijker en duidelijker te maken. Hieronder staan drie belangrijke veranderingen:
- Het wetsvoorstel VBAR geeft duidelijkheid over wanneer iemand werkt als werknemer of als zelfstandige.
- Dit helpt opdrachtgevers en werkenden om goede keuzes te maken.
- Zo wordt schijnzelfstandigheid voorkomen.
- Er komt ook een rechtsvermoeden waarop werkenden zich kunnen beroepen.
- De BAZ is een verplichte verzekering voor zelfstandigen.
- Bij langdurige arbeidsongeschiktheid krijgen zij een inkomensvoorziening.
- Dit geeft zelfstandigen meer zekerheid.
- Zij worden daardoor minder afhankelijk van andere regelingen.
- Nulurencontracten verdwijnen.
- In plaats daarvan komen bandbreedtecontracten met meer zekerheid over werktijden en inkomen.
- De meest onzekere fases van uitzendwerk worden korter.
Door de jaren heen is het verlofstelsel meerdere keren uitgebreid. Daardoor hebben ouders meer mogelijkheden om hun werk te combineren met de zorg voor hun kinderen. Het stelsel is hierdoor ook complex geworden. Daarom werkt het kabinet aan een wetsvoorstel ter vereenvoudiging van het verlofstelsel.
Het kabinet werkt aan een toekomstbestendig arbobeleid. Het doel is duidelijk: nul doden en veel minder ongevallen en beroepsziekten door werk.
De belangrijkste pijlers van dit beleid zijn:
- Betere RI&E’s (Risico-Inventarisatie en -Evaluatie)
RI&E’s moeten breder beschikbaar zijn en van hogere kwaliteit. Vooral mkb-bedrijven hebben moeite met het uitvoeren van een goede RI&E. - Minder regeldruk
De arboregels worden eenvoudiger. Dit geldt vooral voor regels over gevaarlijke stoffen en RI&E-procedures. - Invoering van Europese asbestrichtlijn
Nederland voert strengere normen in voor werken met asbest. Dit gebeurt op basis van Europese afspraken. - Preventie staat centraal
De focus ligt op het voorkomen van risico’s. Er is extra aandacht voor nieuwe risico’s door technologie, vergrijzing en klimaatverandering.
Het kabinet werkt aan een breed pakket maatregelen. Hieronder staan twee belangrijke onderdelen:
- Banenafspraak en sociaal ontwikkelbedrijven
Het doel is om 125.000 extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Medewerkers van sociaal ontwikkelbedrijven krijgen een structurele compensatie tot en met 2028. - Individuele Plaatsing en Steun (IPS)
Er is elk jaar € 12 miljoen beschikbaar voor IPS-trajecten. Deze trajecten helpen mensen met psychische problemen om werk te vinden en te houden.